Toepassingskaart 4: Oudergesprekken

3 toevallige gesprekken
De leerkracht spreekt regelmatig met ouders. Dit kan een korte mededeling of een update zijn, en ook wat meer inhoudelijke besprekingen van (kindgerelateerde) zaken. Hieronder een behandeling van drie van die toevallige gesprekken.

Leerkracht en moeder van leerling Ja.
De moeder vroeg hoe de situatie rondom de toetsing was aangezien dochter Ja. niet op tijd aan had gegeven dat er een toets zou komen. De leerkracht gaf aan dat er een agenda is waarin dat opgeschreven moet worden. De moeder beaamde dat. Zij gaf aan dat ze had gevraagd of er nog huiswerk was en dat er niks was. Pas op het laatste moment gaf de leerling aan dat er een toets was. De moeder gaf ook aan dat ze vindt dat het de eigen verantwoordelijkheid van haar dochter is.

De leerkracht beaamt dat en geeft daarbij aan dat we steeds klassikaal behandelen dat er huiswerk is en wat dat huiswerk dan gaat zijn. Kinderen hebben aan het begin van het jaar allemaal een agenda gehad en dat kinderen halverwege het jaar geen agenda meer hebben of gebruiken kan tot ‘vergeten van leren’ leiden.
Het viel mij op dat de moeder wat verzuchtend over de situatie was. Het was, zoals ze later ook noemde, niet de eerste keer en gebeurt zelfs regelmatig.

De leerkracht gaf in mijn ogen goed aan wat de gang van zaken is. Daarbij beaamt ze wat de moeder zegt en geeft daarbij aan dat het ook iets is wat op school een plek krijgt, om zo niet de gehele verantwoordelijkheid bij het kind zelf te leggen.
Ikzelf zou aangeven dat we kunnen kijken wat voor Ja. zelf zou werken om er beter aan te kunnen denken. Ook werd ik nieuwsgierig waar de agenda was en als ze hem gewoon ergens heeft, waarom die niet optimaal gebruikt wordt.

Leerkracht en vader van leerling J.
Op woensdag 31 maart had de klas een animatieproject. De leerkracht gaf ’s ochtends aan dat het meetelt voor de CITO en dat leerlingen kunnen blijven zitten bij een onvoldoende hiervoor ( et oog op 1 april, de volgende dag…). Er is later die dag een brief uitgegaan vanuit de school om aan ouders duidelijk te maken dat er vanuit de politiek en het CITO besloten is ook de creatieve vaardigheden te toetsen, waarbij onze school één van de eerste lichting is om bij wijze van ‘pilot’ te starten.

De vader van leerling J. kwam verhaal halen. Hij begon met zijn verbazing met energie te uiten. Hij vroeg zich af waarom dit niet eerder bekend was en waarom het opeens zo’n haast heeft. De leerkracht nam de vader vervolgens even apart, waar ze onder vier ogen konden spreken. De leerkracht vroeg: “Welke dag is het morgen?” De vader: “woensdag”. Leerkracht: “En welke datum?” Vader: “Ohh…”

Wat ik goed vond is dat de leerkracht het met een humoristische inslag bespreekt, i.p.v. gewoon uit te leggen hoe de situatie is. Dit past bij haar en sloeg in dit geval ook aan.
Voor mij was dit dan ook inspirerend, aangezien ik denk ik eerder geneigd zou zijn te zeggen dat het om een 1 aprilgrap gaat. Beide manieren zijn wat mij betreft prima, echter vond ik de aanpak van de leerkracht effectief en prettig.


Leerkracht met moeder van leerling W.
De moeder kwam duidelijkheid vragen over assisteren bij een verkeersexamen. Volgens haar zoon had de leerkracht gezegd dat ze heel graag diens moeder wilde als hulp omdat zij zo vaak helpt en dat dat zo onwijs fijn is. De moeder moest lachen om al die lof. De leerkracht gaf aan dat zij het niet zo gezegd had en dat ze vooral wilde weten of er ouders (en dus of de moeder van leerling W.) kon(den) helpen.

Vervolgens liep de leerkracht de klas in om aan de leerling te vragen wat hij precies had gevraagd. Toen hij antwoord gaf vroeg de leerkracht of hij het precies zo gevraagd had, met een grijns. Toen moest de leerling lachen en gaf aan van niet. Dat dacht de moeder ook al, en dus was én de situatie duidelijk, én was er een humoristische en zodoende ontspannen sfeer waarin dit prima te bespreken werd. Het was immers geen grootse situatie.

Ik vond de insteek van de leerkracht erg leuk. Dit is een van haar krachten en dit werkt dan ook gewoon.

Ik zou wellicht de leerling apart aangesproken hebben i.p.v. dat de hele klas mee kon luisteren, echter maakte dit voor de uitkomst in dit geval geen enkel verschil, aangezien het de inloop was en in een fijne en humoristische setting.

10-minutengesprekken
De 10-minuten gesprekken tijdens de rapportperiode werden ingepland door een lijst op de deur met dagen en tijden, waar ouders zich in konden tekenen (met de naam van het kind). De kinderen konden zelf bij de gesprekken aanwezig zijn.

De leerkracht kent de leerlingen, kent het rapport en geeft steeds aan dat de leerlingen er natuurlijk bij mogen zijn en dat het vooral voor ouders is. De kinderen weten immers al hoe de leerkracht over hen denkt. Dit is ook wat ik ervaar in de klas. De leerkracht is heel toegankelijk en transparant op een humoristische en opbouwende manier.

De leerkracht vroeg steeds als eerste aan de leerlingen wat ze van het rapport vonden en vroeg daarop door. Ook vroeg ze of de leerling vragen had. Daarna ging ze in gesprek met de ouders over hun bevindingen en vragen. Soms worden er afspraken gemaakt en die noteert de leerkracht dan.

Voor mij was de situatie steeds duidelijk. Eén keer vroeg ik me af hoe er in een bepaalde situatie gehandeld zou worden en daar kwam even later het gesprek ook op. Er werd afgesproken hoe er mee omgegaan zou worden en wanneer er op teruggekomen zou gaan worden. Dat was wat mij betreft heel fijn.

In mijn geval zou dit zeker een prettige manier zijn. Daarbij zou ik eventuele (te) negatieve oordelen die leerlingen aan zichzelf geven vooral willen nuanceren waar mogelijk. Kinderen kunnen namelijk in mijn ogen nog wel eens te negatief zijn, terwijl ik een groei in de ontwikkeling belangrijker vind dan het resultaat zelf. Als voorbeeld: VWO-uitstromers die eerst HAVO/VWO scoorden, worden nogal eens op handen gedragen, in tegenstelling tot MAVO-uitstromers, terwijl die leerlingen bijvoorbeeld gegroeid kunnen zijn vanaf een beroeps- of praktijkgerichte leerweg-advies, wat een grotere groei is, zelfs meerdere keren hoger dan van HAVO/VWO naar VWO.